Blog: Sociale vergelijkingstheorie

foto van silhouet van Superman

De buikspieren van Superman, de sociale vergelijkingstheorie

Herken je dat? Je zit op een feestje en je raakt in gesprek met iemand die nogal hoog over zichzelf opgeeft. Hij heeft de beste baan van Nederland, de snelste auto, het mooiste huis en zijn kinderen zijn stuk voor stuk een geschenk voor de wereld en het meest succesvolle product van zijn bestaan.  Een naar gevoel van onvrede over jezelf bekruipt je. Wat ben ik een sukkel, zegt een klein stemmetje in je hoofd, ik heb een suffe baan waar ik me elke week doorheen sleep, mijn auto is middelmatig met inmiddels een aanzienlijke hoeveelheid roestplekken, ik woon prima maar om nou te zeggen dat het optimaal is…, oh en mijn kinderen lijken nu ook niet mijn beste project te zijn.

Grote kans dat je te maken hebt met wat in de psychologie wordt genoemd de opwaartse sociale vergelijkingstheorie. Wij mensen zijn sociale wezens en hebben de gewoonte om ons gedrag en onze prestaties af te meten aan dat van anderen. Hoe kun je anders weten of je ergens goed of slecht in bent. Klinkt logisch toch?

Het omgekeerde gebeurt ook. Door jezelf met anderen te vergelijken die minder presteren, krijgen je een goed gevoel over jezelf. Als je hoort dat de buurman is ontslagen kan het stiekem een prettig gevoel van tevredenheid in je oproepen omdat hem dat overkomt en jou gelukkig niet: “Ik heb gewoon mijn werk nog.” “Het is ook geen licht die buurman dus ik snap wel dat hij ontslagen is” roepen je dan zonder enige vorm van nuance of mededogen.

Op zich is het een menselijke reactie en zit er ook niet enorm veel kwaad of schade in. Het wordt anders als je bij jezelf opmerkt dat er een patroon ontstaat. Dat je voortdurend bezig bent om je eigenwaarde of negatieve stemming op te krikken door je te vergelijken met degenen die minder presteren op het gebied waar jij je onzeker of ongelukkig over voelt. Je voelt je goed door de mislukkingen van anderen, de hele dag door. Mogelijk heeft dit dan een psychopathologische achtergrond. Er kan dan iets aan de hand zijn met je gevoel van eigenwaarde of ben je zelfs al op weg naar (chronische) somberheid. Te veel negatieve oordelen over anderen kan dus een signaal zijn dat je richting een depressie gaat. Andersom kan het vaak vergelijken met anderen, met als doel jezelf beter te voelen, een gevoel van eenzaamheid en afgeslotenheid opleveren. Je bent immers niet met verbinding bezig maar meer met afscheiding.

Het begint met het gegeven dat wij mensen niet zo goed zijn in het objectief bepalen van ons zelfbeeld. We kunnen onszelf meestal niet goed inschatten. Ofwel vinden we onszelf veel minder goed dan dat we in werkelijkheid zijn (vergeleken met anderen), ofwel vinden we onszelf veel beter in iets dan dat we in werkelijkheid zijn (in vergelijking met anderen). In beide gevallen is er sprake van een mismatch met de realiteit. Er vindt in ons hoofd plaats wat in de psychologie genoemd wordt cognitieve dissonantie. We ervaren iets wat niet past bij wat we in ons hoofd acceptabel vinden (ik ben niet goed genoeg) en gaan dit zodanig bijstellen (de buurman is nog slechter) dat het past binnen ons kader.

Wat we acceptabel vinden is altijd gekleurd door omgevingsfactoren en door waarden en normen die we meegekregen hebben of onszelf hebben aangemeten. De vraag is of dit altijd klopt met de realiteit. Er zijn stapels met wetenschappelijke studies over dit fenomeen waaruit steeds weer blijkt dat we een heel ander beeld hebben over onszelf dan dat anderen over ons hebben, zowel positief als negatief.

Het heeft dus eigenlijk niet zoveel zin om je druk te maken over hoe je over komt op anderen omdat het vermoedelijk slechts een “verhaal” is wat jij in je brein hebt gecreëerd en je er ook geen invloed op hebt hoe het op anderen overkomt. Dus opwaartse of neerwaartse sociale vergelijking, it is in the mind of the beholder.

Wat doe je dan als je merkt dat je in de sfeer zit van vergelijking op- of neerwaarts? Probeer eens bij jezelf te onderzoeken waar je neiging vandaan komt. Is het omdat je van jezelf vindt dat je niet goed genoeg bent? Hoor je misschien de kritische stem van je leraar in je achterhoofd? Of is het je vader die je dat gevoel als puber heeft gegeven door te zeggen dat je best wat beter je best mag doen, terwijl jij al op je tenen liep? Onderzoek het en benoem het in jezelf.

Als je kunt ontdekken waar de oorsprong ligt en je dit helder hebt, kun je vermoedelijk al iets luchtiger naar jezelf kijken. Je hebt meer begrip voor je eigen tekortkoming, als het ware. Daarna kun je gaan beginnen met het accepteren van het feit dat je niet die Superman/vrouw bent die je van jezelf moet zijn (of die anderen in je willen zien). Je kunt accepteren dat je een mens bent van vlees en bloed die onvolmaakt is en fouten en tekortkomingen heeft.

Accepteren wordt ook weleens vergeleken met een neef die je niet zo graag mag maar die plotseling en onaangekondigd voor je deur staat. Je kan hem slecht voor de deur laten staan dus je laat hem binnen, zoekt een plaats voor hem waar hij comfortabel kan zitten zonder dat je er steeds tegenaan loopt, geeft hem iets te drinken en accepteert zijn aanwezigheid. Op die manier kun je ook je onvolkomenheden zien. Ze horen bij je en blijven altijd aanwezig, maar je hoeft er niet continu mee geconfronteerd te worden. Je geeft ze een plek in jezelf, accepteert ze en gaat door met je leven.

Op die manier heb je geen vergelijkingen nodig om jezelf waardevol of speciaal te voelen maar ben je wie je bent: bijzonder en goed genoeg .

Dus de volgende keer dat je weer op een feestje met iemand in gesprek raakt die niet uitgepraat raakt over zichzelf en zijn bovenmenselijke prestaties bedenk dan dat hij of zij waarschijnlijk dezelfde stemmetjes in het achterhoofd heeft als jij, maar ervoor gekozen heeft om ze te stillen door zichzelf een superman pak aan te meten, compleet met voorgevormde spierballen en buikspieren.

 

Bron: Zelfcompassie – K. Neff, ACT in de praktijk – R. Harris https://www.actmindfully.com.au/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *