Blog: Acceptatie

Foto van een hamer van rechter

Laten we oma thuis, of mag ze mee? Over acceptatie

Een handig ezelsbruggetje wat vaak in de communicatieleer wordt gebruikt om een open mindset te bevorderen is OMA. Het staat voor Oordelen, Meningen en Aannames. Mentale processen die ieder mens vast wel herkent. We nemen ons vaak voor om het niet meer te doen maar als puntje bij paaltje komt lijkt  het een onbeheersbare natuurlijke reflex om in een flits een oordeel of mening klaar te hebben over iets of iemand: “wat een uitslover is die gozer zeg!” of “wat een dom wicht, die heeft vast geen opleiding afgemaakt!” roepen we dan zonder enige vorm van onderbouwing, puur op gevoel lijkt het wel.

De huidige situatie met de pandemie is daar een mooie voedingsbodem voor. Het ene oordeel of mening overtreft het andere. Vaak niet gehinderd door enige kennis van zaken  vinden we voortdurend van alles over mensen en situaties. Die vaccinaties gaan veel te traag, de lockdown slaat nergens op, waarom wél de supermarkten open en niet de terrassen, reacties die sneller opwellen dan dat we ze kunnen beheersen. De mond is sneller dan het brein, zal ik maar zeggen. Wat is dat toch dat we almaar de behoefte voelen om ongezouten onze mening te geven over zaken, waar we eerlijkheidshalve te weinig vanaf weten om er een gefundeerde mening over te geven? Waarom kunnen we niet op gepaste tijden onze mond houden om eerst eens even goed na te denken voordat we die ongenuanceerde oordelen over zaken klaar hebben?

Spiritueel leiders leren ons dat het ego hier in actie is, ons unieke zelfbewustzijn dat zich bedreigd voelt en meteen een standpunt inneemt. Een standpunt dat onze eigen normen in stand houdt en daarmee ons zelf in stand houdt…denken we. We hebben namelijk allemaal aangeleerd dat we er op één of andere manier toe moeten doen. We moeten belangrijk zijn, een mening ergens over hebben anders ben je niks, onzichtbaar en dat wil toch niemand.

Ik vind dit zelf vaak hevig vermoeiend als ik dit bij mezelf opmerk, want ook ik kan het niet weerstaan dat ik soms een mening meteen paraat heb over zaken waar ik eigenlijk geen mening over kan hebben. Simpelweg omdat ik te weinig kennis van zaken heb of omdat ik geen inkijk heb in de beleving van de ander. Wat moeten we dan, als we het niet kunnen beheersen en het bijna automatisch plaatsvindt?

Een antwoord vinden we in zelfcompassie. Zelfcompassie is een benadering die we de laatste decennia steeds vaker zien terugkomen in coaching en therapie. Zelfcompassie is in feite niets meer dan dat je begripvol, vriendelijk naar jezelf ─ en naar je handelingen en gedrag ─ kijkt, zoals je dat naar iemand anders zou doen. We hebben als mens namelijk soms de neiging om naar onszelf harder te oordelen dan naar anderen. Als je partner of vriend(in) een foute keuze maakt reageren we vaak met empathie en compassie. “Ach joh, fouten maken is menselijk, dat kan toch iedereen overkomen”, roepen we dan heel begripvol. Maar oh wee als diezelfde foute keuze door onszelf wordt gemaakt. Dan kunnen we ons wel voor de kop slaan en hard gaan gillen, uit onmacht en frustratie voor een dergelijke stomme fout en dan het liefst levenslang. Zelfcompassie leert ons om naar onszelf net zo liefdevol en vol begrip te oordelen als dat we naar een ander doen. Het leert ons ook dat we zullen moeten accepteren dat lijden onderdeel van het leven is en dat het normaal is dat we daar verdriet of pijn van hebben. Dat mag er zijn en is niet zwak of slecht, maar menselijk.

Maar wat nou als die ander niet onze partner of vriend is, maar een minder geliefde collega of buurman? Of een onbekende tafelheer of dame in een talkshow? Of een minister of voetbaltrainer? Dan liggen de kaarten iets anders. Dan hebben we vaak niet meer de compassie die we bij geliefden ─ of anderen uit onze inner circle ─ wel voelen. Dan kunnen we ongenuanceerd en genadeloos een oordeel vellen over iemands handelen. Dan staan we klaar met dezelfde harde houding als die we naar onszelf hebben.

Inderdaad, dezelfde oordelen die we over anderen hebben, hebben we ook over onszelf. Of anders gezegd, we meten onze normen over anderen af aan de normen die we onszelf opleggen. Als ik mezelf niet toesta dat ik ongeschoren over straat kan (wat in mijn geval ook zo is), vind ik dat vaak van een ander ook onacceptabel. Of als ik mezelf weerzinwekkend vind als ik iets te dik ben, dan kun je je voorstellen wat ik van een ander vind die een paar kilo te zwaar is. We leggen de ander langs de meetlat die we voor onszelf hanteren. Het gevolg is dat we alles en iedereen in onze omgeving bekritiseren: “Hij ziet er stom uit”, “zij heeft een dikke reet”, “wat rijdt hij sloom zeg!” Allemaal oordelen en meningen die diep van binnen meer te maken hebben met onszelf dan met de ander. Eigenlijk gaan ze dus over onszelf. Ik zeg niet dat iedereen dit altijd heeft maar iedereen herkent vast wel momenten bij zichzelf dat het gevoel van onredelijkheid de overhand neemt en we, soms zelfs tegen beter weten in, een snoeihard oordeel klaar hebben over iets of iemand.

Kan ik daar niets aan doen? Hoor ik je denken. Dat is een lastige. Het is waarschijnlijk evolutionair bepaald dat we heel snel een kritisch oordeel vellen over onze omgeving, uit zelfbescherming en overleving. Het zit als het ware in onze genen en wat in je genen zit dat kun je niet veranderen, toch? Gedeeltelijk waar, tegelijkertijd liepen we ooit ook rond in dierenvellen in groepen op wilde dieren te jagen en werd iedereen van een andere groep aangevallen en weggejaagd, sleepten de mannen de vrouwen aan hun haren de grot in om hun dierlijke instincten op bot te vieren. Dat doe je nu ook niet meer neem ik aan? Met andere woorden, de evolutie heeft niet stil gestaan en heeft ons een flink stuk brein erbij gegeven wat ons in staat stelt om aan zelfreflectie te doen en onze impulsen beter te hanteren.

Bewustwording van deze processen kan al een groot verschil maken. Bewustwording dat we aan het oordelen zijn en daar even bij stil te staan geeft ruimte voor andere inzichten. Kijken naar jezelf die ergens naar kijkt, als het ware. Daarnaast is er de zelfcompassie ─ niet te streng zijn voor jezelf ─ wat maakt dat je ook meer begrip hebt voor anderen en hun ideeën of handelingen. De waarheid ligt toch vaak ergens in het midden en wat ik vandaag vind kan morgen wel 180 graden anders zijn. Het hangt vaak af van je point of view wat je ervan vindt. Beter is het om eerst te onderzoeken wat er achter een idee of mening zit voordat je er meteen een grote zwarte streep doorheen zet. Eerst even open staan voor de beweegredenen van een ander dat is liever voor de ander maar vooral ook voor jezelf. Dus OMA mag best mee maar alleen als ze staat voor Openheid, Mindfulness en Acceptatie.

Bron: Zelfcompassie – Kristin Neff

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *